www.flickr.com

maandag 30 april 2012

Intouchables


Zo\'n film die je MOET zien, daar word ik dus achterdochtig van. Al helemaal als het een Franse film is. Ik ben het slaapverwekkende en zwaar overschatte Des Hombres et des dieux echt nog niet vergeten. Vandaar dat ik met gezonde terughoudendheid naar Intouchables ging. Het publiek beloofde weinig goeds: de eerste indruk was dat het typisch arthouse publiek was wat ook gelezen had dat je deze film MOEST zien. Geen garantie dus dat het niet weer zo\'n overschat drama zou zijn. Binnen vijf minuten nadat de film was begonnen was me echter al duidelijk dat we wel degelijk naar iets bijzonders zaten te kijken. Intouchables vertelt het verhaal van een rijke, verlamde man die een vriendschap aangaat met zijn donkere, arme verzorger. Het is gebaseerd op een waargebeurd verhaal, wat het nog charmanter maakt. De film is ontzettend grappig, bij tijden ontroerend en bijzonder goed geacteerd. Nee, ik ben niet iemand die achter films aanrent die je gezien MOET hebben, maar deze... Je doet jezelf er in ieder geval een groot plezier mee.

Antelope Canyon


Er zijn van die plaatsen die je onbewust al heel vaak gezien hebt op foto's, zonder eigenlijk precies te weten waar je nou precies naar keek. Antelope Canyon is zo'n plaats waarvan ik in eerste instantie niet eens wist wat het was, maar wel wist hoe het eruit zag omdat ik er al vaak foto's van gezien had. Toen ik erachter kwam dat het hier om een zogenaamde slot canyon ging die te bezoeken was, kwam deze direct hoog op mijn lijst met beslist nog te bezoeken plaatsen te staan. Gezien de ligging, vlakbij het plaatsje Page, moest er wel enige moeite gedaan worden om het op een route te krijgen. Afgelopen maart puzzelden we dit in elkaar, als één van de acht stops op onze roadtrip van Denver naar Los Angeles. Van Antelope Canyon zijn twee delen te bezoeken: de upper en de lower canyon. Wij kozen voor de meest toegankelijke optie: de upper canyon. Ook deze kun je alleen in combinatie met een tour bezoeken. In een avontuurlijke tocht van ongeveer een half uur door de woestijn werden we naar de ingang van de canyon gebracht. We hadden gekozen voor de meest populaire tour: die van half 12. Dit tijdstip is zo populair vanwege de lichtinval in de canyon rond deze tijd. Een perfecte lichtstraal viel zoals beloofd de canyon binnen, en zelfs zonder veel moeite te doen leverde dit prachtige foto's op. Het was jammer dat het zo ontzettend druk was, maar dat stond gelukkig het fotograferen nauwelijks in de weg. Antelope Canyon is daarmee misschien wel één van de meest fotogenieke plaatsen van Amerika. Niet goedkoop, maar een absolute must see deze canyon. Want al is het eenvoudig er prachtige foto's te maken, deze geven nog met geen mogelijkheid weer hoe indrukwekkend het er werkelijk was.

Ons vervoer naar de ingang van de canyon, maart 2012


Bij de ingang van Antelope Canyon, maart 2012


Je blijft foto's maken, maart 2012




Een perfecte straal licht, even na het middaguur, maart 2012


Antelope Canyon gefilmd door Jeroen, maart 2012


THREATS


THREATS is de eerste roman van Amelia Gray, een auteur bij velen al bekend van haar korte verhalen. Niet bij mij, toen ik THREATS bij Sky Light Books in Los Angeles zag liggen was dit mijn eerste kennismaking met deze schrijfster. Wat me aantrok in dit boek, beoordeeld op de achterflap, was het absurdistische en mysterieuze dat er van het verhaal uitging. Dit bleek een understatement. THREATS is een bijzonder en tegelijkertijd heel vreemd boek, niet in de laatste plaats door de voortreffelijke vertelstijl van Gray. Het vertelt over David, die op een onbekende manier zijn vrouw Franny is verloren. Er komen mensen over de vloer bij David die hier meer van willen weten en die opgeslokt worden in de absurde wereld van David. Dit boek geeft een onbestemd gevoel, maar trekt je tegelijkertijd constant het verhaal in. Het is een boek dat je in één ruk uit wilt lezen omdat het je niet los laat. Heel indrukwekkend, deze eerste roman van Amelia Gray. Dat er nog maar veel van dit soort hoogstandjes mogen volgen.



"Try to kiss me—see what happens to your lips!" In a video by Angeline Gragasin and Susan Yi, Amelia Gray reads from her forthcoming Threats while riding on a moped in L.A. (afkomstig van bookforum.com)

GCB


We hebben er weer een nieuwe comedyserie bij: een soort Desperate Housewives, maar dan in Texas. Gebaseerd op het semi-autobiografische boek Good Christian Bitches van Kim Gatlin werd deze serie in eerste instantie onder dezelfde naam gepresenteerd. Later werd dit, om begrijpelijke redenen, Good Christian Belles, of ook wel GCB. Het verhaal draait om Amanda, die als weduwe terugkeert in haar geboorteplaats, nadat haar man verongelukt is samen met zijn maîtresse. Haar man blijkt een miljoenenoplichter te zijn geweest en Amanda blijft achter met niets. Vandaar dat ze samen met haar tienerkinderen intrekt bij haar moeder, die nog steeds tot de high society van Dallas behoort. Amanda wordt geconfonteerd met haar voormalige klasgenoten, waar ze niet altijd even aardig voor blijkt te zijn geweest. Ze wil hier nu absoluut anders mee omgaan, zeker nu ze zelf een tienerdochter heeft, maar ze is haar streken nog niet helemaal verleerd. Amanda heeft nog steeds een scherp kantje, al weet ze dit nu wel meestal voor een goed doel in te zetten. GCB is grappig, maar wat mij betreft nog niet overtuigend. Ik vind de serie het sterkst als er een donkere kant aangeboord wordt, tegen het absurde aan. Helaas wil de balans ook nog weleens de andere kant op slaan: dan vervalt het in slapstick. Dat zijn de momenten dat ik een beetje afhaak. Het is dus nog even afwachten welke kant het opgaat. Voorlopig is het zeker vermakelijk en ik ben dan ook benieuwd of er na dit eerste (korte) seizoen een tweede komt.

Hollywood Sign


Eerlijk gezegd weet ik niet zoveel van het Hollywood Sign. Ik weet dat er ooit Hollywoodland stond en ik weet dat Hugh Hefner een aantal jaren geleden veel geld heeft betaald om de letters te redden, maar daar houdt het ook wel op. Het Hollywood Sign valt natuurlijk in de categorie grote Amerikaanse symbolen. Bekende beelden die bijzonder zijn als je ze voor het eerst met eigen ogen kunt zien. Voor mij is het niet opgehouden bij die eerste keer. Voor mij voelt het vergelijkbaar met het zien van de zee: als we vroeger op exceptioneel mooie dagen de rit richting het strand ondernamen, was de eerste blik op de zee altijd een magische. Al kom ik er nu wat vaker, ik heb dat nog steeds op het moment dat we de duinen over lopen en de zee zichtbaar wordt. Datzelfde gevoel heb ik dus nog iedere keer bij het zien van het Hollywood Sign, bij de eerste blik erop als we in Los Angeles arriveren. Dat je hem daarna vanuit elke hoek van Hollywood en ver daarbuiten constant kunt zien doet niets af aan dat eerste gevoel. De mooiste plek om het sign te fotograferen is verborgen in de Hollywood Hills en alleen te vinden wanneer je het volgende adres in je navigator intypt: 3000 Canyon Lake Drive. Via een wirwar van weggetjes word je dan omhoog geleid naar een punt waarop je niet alleen de Hollywood letters prachtig ziet, maar ook een fantastisch uitzicht over de stad hebt. Zonder auto kun je het beste de DASH bus nemen, voor nog geen 50 cent vanaf de hoek Sunset en Vermont, naar Griffith Observatory. Vanaf daar heb je ook een prachtig uitzicht op het Hollywood Sign en tevens een adembenemend uitzicht op de stad.

De eerste keer dat ik het Hollywood Sign zag, september 2003


Op goed geluk de Hollywood Hills ingereden, met dit als beste resultaat, juni 2004


Je kunt niet vaak genoeg dezelfde foto maken, maart 2007


En nog een keer, maart 2008


Vanaf de Griffith Observatory, januari 2010


Beter dan op 3000 Canyon Lake Drive wordt het niet, maart 2012




This must be the place


Soms briljant, soms warrig, soms zelfs clichématig, maar in ieder geval fascinerend. Dat zijn maar een paar woorden die ik kon bedenken na het zien van This must be the place. Sean Penn speelt een wat oudere rockstar, Cheyenne. Ondanks het feit dat hij al jaren lang niet meer optreedt, loopt hij er nog steeds in vol ornaat bij, inclusief zwartomrande ogen en lippenstift. Cheyenne wordt geconfronteerd met het overlijden van zijn vader waar hij al dertig jaar geen contact meer mee had. Als blijkt dat zijn vader het merendeel van zijn leven op zoek is geweest naar de beul die hem in Auschwitz heeft mishandeld, zet hij deze zoektocht voort en vertrekt naar Amerika. Het verhaal lijkt hiermee best samenhangend, maar er blijven veel losse eindjes. Ik schreef ze maar toe aan het vage, warrige leven dat gepaard gaat met het rockstarbestaan van Cheyenne, maar een beetje onbevredigend was het soms wel. Mooi vond ik hoe het thema 'volwassen worden' naar voren kwam. Jammer vond ik hoe dit werd rondgebreid in de laatste scene. Een film met ups en downs dus, maar desalniettemin zeker de moeite waard. Al is het alleen maar vanwege de fantastische prestatie van Sean Penn.

zondag 29 april 2012

Grand Canyon


De Grand Canyon is voor mij altijd de moeder van alle nationale parken in Amerika geweest. Niet perse omdat het het mooiste of meest indrukwekkende park is, maar omdat ik het net als iedereen van kinds af aan al ken. Van naam dan, de Grand Canyon viel lange tijd voor mij in dezelfde categorie als Hollywood, Disneyworld en de Golden Gate Bridge. Symbolen van het grote, verre Amerika dat ik vooral kende van sitcoms en films. Nu is de Grand Canyon natuurlijk ook daadwerkelijk zeer indrukwekkend te noemen. De eerste keer dat het magistrale uitzicht zich voor mijn ogen ontvouwde moest ik drie keer met mijn ogen knipperen voordat ik kon verwerken dat ik werkelijk naar iets echts keek. Ik kon bijna niet bevatten dat het een echt uitzicht was wat ik zag. Voor mij leek het alsof iemand een enorm verlicht scherm voor mijn ogen had laten zakken, een soort Bob Ross achtig mega schilderij. Maar niets was minder waar, het was de Grand Canyon, die zijn naam meer dan eer aandeed. Ik had het geluk dat ik er de eerste keer meteen een aantal dagen kon blijven. We hebben er gecampeerd, gewandeld, de schouders verbrand en zijn er zelfs een stukje in afgedaald. Een stukje, want toen we ons beseften dat we weer omhoog moesten en al door de helft van ons water heen waren zijn we maar snel omgedraaid.

Hier wist ik nog niet hoe erg ik aan het verbranden was, mei 2004


Een andere manier om de canyon te bezoeken is vanuit Las Vegas met een dagtocht. Dit deden we met onze familie, de dag na ons trouwen, maart 2007. Dit was minstens zo'n unieke ervaring als mijn eerste bezoek. Alleen de vliegreis ernaar toe was al een belevenis op zich. Laten we zeggen dat elke beweging die de piloot maakte voelbaar was, en hoewel het uitzicht tijdens de tocht fenomenaal was, was ik toch blij toen we landden op onze bestemming. Het was een prachtige dag waarbij de tour ons langs de bekendste en meest toegankelijke uitkijkpunten leidde. Bovenal was het natuurlijk geweldig om dit met onze ouders te delen.

Het vliegtuigje dat ons van Las Vegas naar de Grand Canyon bracht, maart 2007


Het uizicht onderweg was al heel indrukwekkend, maart 2007


We maakten allemaal natuurlijk ongeveer dezelfde foto's, aangevuld met bewegende beelden gefilmd door mijn moeder, maart 2007


Drie maal is scheepsrecht en in maart van dit jaar brachten we opnieuw een bezoek aan de Grand Canyon. Met de auto, tijdens onze roadtrip van Denver naar Los Angeles. Het uitzicht went nooit. Ik was dan misschien niet zo overweldigd als de eerste keer, het was nog steeds geweldig. Hoewel de temperatuur prima was, lag er nog sneeuw op de plekken die meest van tijd in de schaduw bleven. Een prachtig gezicht, al belemmerde het wel de doorgang op een aantal wandelpaden. Een aantal mensen trok zich daar weinig van aan, maar mijn toegenomen hoogtevrees en simpele sportschoenen deden mij toch besluiten om over het algemeen veilig op het asfalt te blijven. Ons geduld om te blijven tot zonsondergang werd ruimschoots beloond: prachtige oranje/roze licht kleurde niet alleen de wolken, maar ook de canyon zelf in een warme gloed. Het was weer zeer indrukwekkend en iets zegt me dat dit niet ons laatste bezoek aan de canyon was. We gaan het zien.

Sneeuw! Maart 2012


We hadden naast een prachtig uitzicht een prachtige zonsondergang, maart 2012



maandag 9 april 2012

Horseshoe Bend


Even buiten het plaatsje Page, Arizona, volledig onzichtbaar vanaf de weg bevindt zich de Horseshoe Bend. In Page zelf hangt er in bijna iedere ruimte een foto van dit prachtige natuurschoon, en toch komt het als een verrassing wanneer je de korte route er naar toe loopt. Pas op het allerlaatste moment krijg je het te zien en kun je voorzichtig langs de rand wandelen om een blik in de diepte te werpen. Het is een hele bijzondere plek die een heerlijke rust uitstraalt en waar je uren zou kunnen blijven zitten. Jammer dat we onszelf daar de rust niet voor gunnen, maar ik heb er evengoed ontzettend van genoten.

Als je het pad volgt, zie je langzaam de canyon in de grond ontstaan


De Horseshoe Bend als je eenmaal bij de rand bent


Niet geschikt voor mensen met hoogtevrees

El Cortez


Op de Strip gebeurt het: daar staan de nieuwe, flitsende megahotels, daar zijn de chique winkels, daar is het feest. Er wordt alles aan gedaan om niet te verpauperen en hoe jammer ik het ergens ook vind: zelfs de tacky themahotels lijken alweer op zijn retour. Deze worden inmiddels overvleugeld door de Cosmopolitan, de Wynn en alle andere glazen bouwwerken die de Strip steeds meer domineren. De basis blijft echter nog steeds dezelfde, want waar je ook binnen komt: de boventoon wordt gevoerd door rinkelende, flitsende gokautomaten. Mijn geluk zit er niet. Het helpt ook niet dat ik echt niet zo goed tegen mijn verlies kan. Ik kan er de lol niet van inzien om 50 dollar in een automaat te gooien die ik vijf minuten later bijna gegarandeerd kwijt ben. Of liever: ik kon er de lol niet van in zien. Als je eenmaal de smaak van winnen namelijk een beetje geproefd hebt, dan smaakt dat zeker naar meer. De kans dat je wint is natuurlijk verwaarloosbaar, maar nu schijnt het dat de winkans buiten de Strip minimaal 10x groter is dan op de Strip. Reden te meer dus om eens een kijkje te nemen in het oude Vegas en daar een gokje te wagen. Vier jaar geleden gingen we zo ons geluk beproeven en liepen we het eerste de beste casino bij Fremont Street binnen. Terwijl ik eerst even een bezoek aan het toilet bracht, had Jeroen de eerste automaat al aan het rinkelen. 'Ik heb iets, ik weet niet hoeveel, maar ik heb iets', zei hij tegen me toen ik terug kwam. Dit iets bleek ruim 250 dollar te zijn, die er in prachtige rinkelende muntjes uitkwam. Ook in het volgende casino hadden we geluk: het ingooien van maar 25 cent leverde direct ruim 45 dollar op. Natuurlijk was ons geluk toen over en na wat van onze winst ingeleverd te hebben lieten we het erbij. El Cortez liet ons echter niet los, en toen we afgelopen maart weer in Vegas waren, stond dit casino bovenaan ons lijstje van te bezoeken plaatsen. We liepen naar binnen, in een rechte lijn naar voor ons gevoel de kast die al eerder zo goed voor ons was geweest. Jeroen gooide er geld in en verdomd als het niet waar is: hij won weer! Geen 250 dollar, maar toch. Later zijn we evengoed nog even van ons geloof gestapt en hebben we ons vermaakt op de Strip in de Stratosphere. We speelden daar op penny automaten, dus al verloren we, het duurde in ieder geval langer dan vijf minuten en we hadden er wel plezier van. Toch laat de gedachte aan El Cortez me niet los. Wellicht is ook hier driemaal scheepsrecht? Misschien dat de grote klapper nog komt..

De emmer met muntjes: goed voor ruim 250 dollar, El Cortez, maart 2008


Iets bescheidener, maar weer winst, maart 2008


Weer El Cortez, en weer wordt er gewonnen, maart 2012


Spelen op de penny automaten, waar het in ieder geval iets langer duurt voordat je je geld kwijt bent

Strawberry Lemonade


Als je niet heel erg dol op koolzuur bent, kom je er in de meeste horecagelegenheden nog steeds bekaaid vanaf. Water, appelsap en sinaasappelsap: verder gaat de keuze vaak niet. Een aantal jaren geleden kwam daar ijsthee bij. Een welkome toevoeging, maar helaas niet altijd zonder koolzuur en zeker niet overal verkrijgbaar. In Amerika hebben ze nog een hele andere categorie op de kaart: de limonade. Meestal als je een 'lemonade' bestelt krijg je de citroen uitvoering. Fris, goed tegen de dorst en buitengewoon geschikt om als tegenwicht te dienen voor de grote hoeveelheden voedsel. Nu dacht ik in Las Vegas een veilig alternatief te kiezen: de strawberry lemonade. Limonade van aardbeien, zo spannend kon dat toch niet worden. Nu blijkt echter dat het niet om limonade van aardbeien ging, maar om limonade met aardbeien. Onderin mijn beker trof ik een laag aardbeien aan die op de een of andere manier smaak af moesten gaan geven aan de limonade. Of die ik door het rietje wellicht omhoog moest zuigen, maar dit bleek een uitdagende opgave en ik ben er niet van overtuigd dat dit de bedoeling was. Neemt niet weg dat de (ex)bevroren aardbeien prima smaakten in mijn limonade en dat ik er nog steeds voor pleit om dit in welke vorm dan ook in Nederland ook op de kaart te zetten. Verse vruchtenlimonade in plaats van het eeuwige glaasje water of cola. Ik ben voor.

Het begint met een idee


Niets geeft meer energie en brengt meer teweeg dan een goed idee. Alle grote veranderingen en ontwikkelingen in de wereld begonnen dan ook ooit met een idee. Vanuit deze gedachte organiseert TED al jaren bijeenkomsten waar mensen elkaar voorzien van ideeën: ideas worth spreading. Hoe inspirerend ook, het valt soms niet mee om tussen de bomen door het bos te blijven zien in de wirwar van boeken, filmpjes, lezingen en documentaires die er gemaakt worden in dit opzicht. Carolien Vader heeft in haar boek Het begint met een idee getracht een heleboel ideeën en theorieën die eerder via TED zijn verspreid aan elkaar te linken in een leesbaar geheel. Een indrukwekkend rijtje wetenschappers, schrijvers en andersoortige denkers passeert de revue. Als je bekend bent met TED komen de meesten je wel bekend voor en is het leuk om ze in elkaars verband te zien. Ben je minder bekend met TED en het genre waarbinnen de genoemde denkers publiceren, dan zou het weleens te snel en te fragmentarisch kunnen zijn. Nu denk ik niet dat dit een probleem is, want het boek zal hoofdzakelijk bij de TED-liefhebbers terecht komen, al is het alleen al vanwege de prijs. Voor 22,50 euro mag je ervan uitgaan dat je weet wat je koopt. Toen ik het in de winkel zag liggen werd ik aangetrokken door de opmaak, maar diezelfde opmaak ging me na twee pagina's lezen helaas tegenstaan. Het lettertype is niet geschikt om lekker door te lezen en het stevige hagelwitte papier deed me teveel denken aan een studieboek. Wat ik verder jammer vond was dat ik al die fragmenten en namen die langskwamen niet direct kon onthouden of ergens terugvinden. Achter in het boek staat wel een overzicht, maar het had beter gewerkt wellicht als er voetnoten bijgestaan hadden. Eigenlijk vond ik dit boek helemaal niet zo geschikt om in druk te lezen. Groot was in mijn ogen de toevoeging geweest als het digitaal was geweest en ik op ieder gewenst ogenblik door had kunnen klikken richting een relevante TED-talk. Neemt niet weg dat ik het met plezier gelezen heb en dat er niet genoeg in dit opzicht kan verschijnen. Van goede ideeën en inspiratie kun je immers nooit genoeg krijgen.

Monument Valley


Dat overal vroeger of later de commercie toeslaat lijkt onvermijdelijk, maar dat het soms jammer is blijft een feit. Monument Valley lijkt zo'n plaats te zijn die wat moeite heeft met de balans vast te houden. Het is de plaats die voor talloze achtergrondplaatjes in films zorgde en voor miljoenen het aanzicht bepaalde van wat we als western of cowboy Amerika zijn gaan zien. Monument Valley is geen national park, het is in handen van een Indianenstam die zelf kan bepalen wat daar gebeurt. Zo is daar enkele jaren het The View Hotel geplaatst: een hotel op de rand van de vallei met, zoals de naam al doet vermoeden, een fabelachtig uitzicht over Monument Valley. Zo'n overnachting mag wat kosten, maar dan heb je ook wat. Acht jaar geleden stonden wij met ons tentje nog op diezelfde rand, en was er verder, in mijn herinnering althans, niet veel meer dan een visitor center en een souvenirswinkeltje. Ik wil ook niet te hard mopperen, het hotel valt weg in het landschap en is met meer smaak gebouwd dan ik van menig ander gebouw in prachtige omgevingen kan zeggen. Denk alleen al aan de omgeving van Niagara Falls, de rillingen lopen me nog over de rug van dat smakeloze circus. De route door het park is nog even authentiek als hij was: vol stenen, gaten en opstuivend zand. Laten we hopen dat de plannen om te gaan asfalteren nog heel ver weg zijn en de reikwijdte van de commercie beperkt blijft tot een prijzig hotel en een oversized souvernirswinkel met veel te dure magneten.

Mei 2004: met een tentje volkomen verlaten op de rand van de vallei


Sommige dingen veranderen gelukkig niet of nauwelijks: uitzicht mei 2004:


En maart 2012:


De weg is nog steeds even uitdagend

Death Valley National Park


Van alle nationale parken die ik gezien heb in Amerika, heeft Death Valley denk ik de meeste indruk op me gemaakt. In 2004 was ik er voor het eerst, onder wat ik toen heb ervaren als bizarre omstandigheden. Overdag was het er gloeiend heet, zo'n 48 graden, en ook 's nachts zakte de temperatuur niet onder de 35 graden. Daar bovenop stond er een stormachtige wind, die de hitte alleen maar heter maakte en me het gevoel gaf dat ik van buiten zou verbranden en van binnen zou gaan koken. We hadden dan ook niet echt de kans om alles rustig te bekijken, niet anders dan vanuit een auto met air conditioning dan. Het was buiten echt niet om uit te houden. Ook 's nachts bleef het stormen en deden we in ons tentje, als bijna enige aanwezigen op de camping op dat moment, geen oog dicht. Toen we daar in 2004 dan ook maar wegreden om 3.00 uur 's nachts hinkte ik op twee gedachtes: nu moeten we weg en ooit kom ik terug. Het duurde acht jaar, maar dit jaar in maart keerde ik terug in Death Valley. Het was er windstil en de temperatuur was er zelfs aan de lage kant. Ik wist toen we er heen reden alweer precies waarom ik terug wilde: de uitgestrektheid, de rare vormen in het landschap en weer dat gevoel dat de natuur het uiteindelijk van ons allemaal wint. Niet alleen het bezoek aan Death Valley zelf was prachtig, ook de weg ernaar toe en de route er vandaan richting de westkust waren een belevenis. De totale verlatenheid, de hoogteverschillen, de temperatuurverschillen en de zogenaamde 'dips' in de weg, maken het een afwisselende en spannende route. Had ik wel de mazzel dat ik niet zelf hoefde te rijden, dat moet ik er dan wel bij zeggen. Het maakte allemaal weer een verpletterende indruk.
Overigens als ik nu naar de weersoverzichten over de jaren heen kijk, lang leve internet, blijkt juni 2004 helemaal niet zo extreem geweest te zijn. In verhouding dan, want wanneer je ook gaat, Death Valley is de heetste, laagste en droogste plek van Amerika, dus per definitie extreem.

Bij zonsondergang op een vrijwel verlaten camping, Death Valley, juni 2004


Onderweg naar Death Valley, maart 2012


Badwater, maart 2012


Zabriskie Point, maart 2012


Uitzicht op Death Valley Sand Dunes, maart 2012


Vanuit het westen terugkijkend op de weg naar Death Valley, maart 2012


Rijden door Death Valley, gefilmd door Jeroen, maart 2012

Game Change


Onlangs ging op HBO de film Game Change, naar het gelijknamige boek, over de rol van Sarah Palin in de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2008 in première. Over deze veelbesproken verkiezingsstrijd zijn al talloze boeken en documentaires gemaakt. Niet in de laatste plaats door Palin zelf, die een bestseller had met haar boek Going Rogue. Toch biedt deze film een kijkje in de keuken wat we nog niet eerder zagen. We zien een impulsieve beslissing en misverstanden rond de keuze van de kandidaat voor het vicepresidentschap. En we zien vooral een onzekere en onwetende Sarah Palin, die met een scheef zelfbeeld op een toneel komt te staan wat ze met geen mogelijkheid overziet. Voer voor liberalen? Ongetwijfeld. Dat neemt niet weg dat als er ook maar de helft waar is van wat er in Game Change getoond wordt, het nog steeds een schokkend verhaal is. Bijna had de wereld het moeten doen met een vicepresident, of erger nog: met een president, van één van de machtigste landen in de wereld die niets weet van buitenlandse geschiedenis, politiek of economie. En erger nog: een (vice)president die niet in staat is in te schatten naar wie te luisteren en naar wie vooral niet. Die niets snapt van verhoudingen, van culturele spanningen en ieder abstract denkvermogen mist. Het enige verstandige wat ze heeft gedaan is zich niet op het toneel van de verkiezingsstrijd van 2012 begeven. Alhoewel dat volgens mij geen garantie is voor de toekomst. Haar verschijnen op het politieke toneel heeft in ieder geval mooie televisie opgeleverd: voor iedereen die maar een beetje geïnteresseerd is in Amerikaanse politiek is Game Change een must see.

Wanderlust


Als George (Paul Rudd) en Linda (Jennifer Aniston) uit New York zonder werk komen te zitten en hun huis niet meer kunnen betalen, besluiten ze naar familie in Atlanta te gaan. Met frisse tegenzin, want de broer van George is een materialistische eikel van een vent, die het maar wat leuk vindt om zijn broertje in te peperen dat hij succesvoller is in het zakenleven. Groot is dan ook het contrast met de commune hippies waar ze onderweg ergens in de bossen per ongeluk op stuiten. Aangenaam verrast door alle ontspanning, liefde en geluk die daarvan uitgaat besluiten George en Linda om een tijdje te proberen of dat leven ze beter bevalt dan het leven dat ze tot dan toe geleid hebben. Dit scenario biedt iedere mogelijkheid om ieder cliché uit de kast te trekken, en dit gebeurt dan ook vol overgave. Daar waar het richting het absurde gaat vind ik er geslaagde stukken in zitten, daar waar het ronduit plat is slaat het wat mij betreft de plank mis. De scene waarin George zich voorbereidt op de vrije liefde met één van de medebewoners vond ik erger dan gênant, het was bijna te pijnlijk om naar te kijken. Toch was het over het geheel genomen een vermakelijke film. Een beetje vreemd, maar in ieder geval bij vlagen erg grappig.