www.flickr.com

zaterdag 26 mei 2012

Why be happy when you could be normal?


De titel 'Why be happy when you could be normal?' zou zomaar kunnen verwijzen naar een soort Hollandse tegeltjeswijsheid. Doe maar normaal, dan doe je gek genoeg. Wees vooral niet anders dan de norm. Het gaat echter natuurlijk vele malen verder als het betekent dat je een een belangrijk deel van jezelf zou moeten verloochenen. Dit is iets wat de moeder in 'Why be happy when you could be normal?' van haar dochter verwacht. Of misschien wel eist. Dit nieuwste boek van Jeanette Winterson is een autobiografie, maar dan uiteraard in de stijl waar Winterson om bekend staat. De nadruk ligt op haar jeugd bij haar adoptie-ouders en op de manier waarop met name haar streng gelovige moeder haar geaardheid maar niet kon accepteren. Ik vond het een indrukwekkend, maar tegelijkertijd wat ongrijpbaar boek. Het was indringend maar vluchtig, onthecht misschien wel. De zware onderwerpen worden met een bepaalde luchtigheid beschreven, zonder dat de soms bizarre gebeurtenissen teveel benadrukt worden in hun absurditeit. Hoewel ik het dus een knap boek vond, raakte het me minder dan ik wellicht gehoopt had. Prachtig vond ik het hoofdstuk waarin ze vertelt hoe ze de bibliotheek systematisch aan het lezen is. Daar was de passie invoelbaar, evenals de plaats die boeken in haar leven innamen. Die passie miste ik in andere gedeeltes een beetje, al werd dit naar het einde toe ruimschoots goed gemaakt. De manier waarop Winterson de zoektocht naar haar biologische moeder beschrijft is prachtig, en direct verfilmbaar.

zaterdag 19 mei 2012

Bellagio Fountains


De Bellagio Fonteinen, maart 2008

Op de Strip in Las Vegas is alles gericht op entertainment, en dan wel die van het schreeuwerige en opzichtige soort. Dit neemt buitensporige vormen aan in de avond, als de Strip in één luidruchtige, neon-flikkerende kermis verandert. Het beroemdst van alle attracties op de Strip zijn misschien wel de Bellagio Fonteinen. We zagen ze in 2008 al eens in volle glorie met (natuurlijk, zo leek het toen) Elvis\' Viva Las Vegas. Dat was tegen de achtergrond van een blauwe lucht, midden op een prachtige middag. Dit jaar liepen we er in de avond langs, en precies toen we aan kwamen lopen begon het schouwspel. We konden nog een goede plek veroveren en hadden fantastisch zicht op wat toch echt wel een spektakel is. We waren blij verrast met zoveel toeval en bleven ademloos staan kijken. Het is geen hogere kunst, misschien is het zelfs wel een beetje tacky, maar het is dan ook Las Vegas en ik zou liegen als ik zei dat het me onberoerd liet. Dat er nog geen 15 minuten later weer een nieuwe show was, deed niets af aan die voor ons perfecte paar minuten. We waren op het juiste moment op de juiste plek, en dit leverde ook nog een prachtig filmpje op:

De Bellagio Fonteinen met "Time to say goodbye", gefilmd door Jeroen op 15 maart 2012

donderdag 17 mei 2012

Goldwell Open Air Museum


Vlak tegen het spookstadje Rhyolite, ten oosten van Death Valley National Park, is het Goldwell Open Air Museum gevestigd. Het is misschien wel het vreemdste museum waar ik ooit geweest ben. De in het landschap verspreide beelden voelden niet als een museum, of zelfs maar als een geheel. Ik had meer het gevoel dat ik zomaar het terrein van een vreemde opgelopen was waar ik iemands uit de hand gelopen hobby aan het bekijken was. De beelden en installaties waren op zijn zachtst gezegd vreemd, tot onheilspellend aan toe. Iets wat nog eens versterkt werd door het uitgestrekte, lege woestijnlandschap en het nabijgelegen verlaten Rhyolite. Dat het een van oorsprong Belgisch project is, dat nog steeds aantrekkingskracht uitoefent op kunstenaars uit de hele wereld, dat las ik later pas op wikipedia. Niet helemaal het hobby-niveau waar ik het op ingeschat had dus. Al met al een hele rare, maar wel bijzondere ervaring zo midden in de woestijn in Nevada.

"Lady Desert: The Venus of Nevada" van Dr Hugo Heyrman (1992), foto maart 2012


"The Last Supper" van Charles Albert Szukalski (1984), foto maart 2012



zaterdag 12 mei 2012

Exchange Club Motel


De Exchange Club Motel: zo heette het motel waar we overnacht hebben toen we in Beatty waren, één van de stops tijdens onze roadtrip van Denver naar LA. De Exchange Club Motel. Misschien ligt het aan mij, maar ik vond het op zijn minst een dubieuze naam. Of het nou door het woord 'Exchange' komt, of door het woord 'Club', ik weet het niet. Misschien ook wel door de combinatie van die twee woorden. Over het algemeen ben ik op mijn hoede wanneer ik 'motel' zie inplaats van 'hotel', maar dat was hier het onderdeel waar ik me het minst zorgen over maakte. Kwam ook nog eens bij dat het een zeer goedkoop motel was. Aan de ene kant heel fijn, maar aan de andere kant droeg dat zeker bij aan mijn achterdocht. Maar goed, de keuze in het kleine dorpje Beatty was verre van overweldigend en ik zag op geen enkele site echt verontrustende berichten over dit motel, dus we namen het risico. De eerste indruk toen we aan kwamen rijden was op zich niet slecht. Het was een vrij standaard motel zoals je die veel ziet in Amerika, met de trappen en de deuren aan de buitenkant. Het zijn motels zoals je die ziet in films en televisieseries, al zijn het dan meestal niet de plaatsen waar alles leuk en goed en gezellig gaat. Toch bleken dat hier ook vooral vooroordelen te zijn. We werden vriendelijk ontvangen, de kamer zag er meer dan netjes uit doordat er onlangs nog gerenoveerd was en zelfs de wifi was helemaal prima. Dat Patrick in eerste instantie de sleutel kreeg van een kamer waar iemand al lag te slapen zien we dan maar door de vingers. Aan de Exchange Club Motel in Beatty mankeerde echt niets, behalve dan misschien toch de dubieuze naam.

zondag 6 mei 2012

Insanity


Insanity the ride, foto afkomstig van TravelPod

Bovenop de Stratosphere in Las Vegas zijn meerdere rides, de één nog absurder dan de ander. Eén van de rides is Insanity genaamd en dit is niet voor niets. Het is immers gekkenwerk om jezelf met een snelheid van 30 mph rond te laten draaien, ruim 300 meter boven de grond. Toch zit daar natuurlijk ook meteen de uitdaging. Nu zijn er zoals gezegd meer rides bovenop de toren, en eigenlijk leek mij deze nog de minst erge. Omdat ik één ride een goed compromis vond, Jeroen wilde ze het liefst allemaal samen doen, werd het dus deze Insanity. Hoe erg kon het nou helemaal zijn?..
Te erg, als je het mij nu vraagt. Het begon al toen we in de stoeltjes plaatsnamen op het plateau op de toren. Het was bijzonder rustig en Jeroen en ik waren samen met een stevige Duitser de enige die instapten. De Duitser ging recht tegenover ons zitten, iets wat voor het evenwicht, mocht dat een punt zijn, logisch leek. Hij was alleen dusdanig stevig dat hij maar met moeite in het stoeltje kwam. En, wat erger was, hij was dusdanig stevig dat de veiligheidsklem niet dicht ging. Twee mensen moesten er aan te pas komen voordat de beveiliging dicht klikte. Ik was intussen steeds nerveuzer geworden. Uitstappen was geen optie meer, maar wat nou als de beveiliging niet stevig genoeg vast zat? Dat al die beugels in één keer los zouden klikken als er één los zou gaan? Zo gaat dat dus, dacht ik nog. Je weet dat het fout gaat, maar je doet niets. Zo gaat dat dus. Op dat moment begonnen we langzaam richting de rand van de toren te bewegen en ging ik helemaal blanco. Over de beugels dacht ik op dit moment al niet meer na. Ik kon alleen nog maar staren naar de horizon, terwijl we steeds sneller rond gingen draaien. Ik raakte hierbij compleet gefixeerd op het afschuwelijke gevoel dat in mijn hoofd ontstond: het voelde of het zou ontploffen. Naar de horizon kijken bleek het eigenlijk alleen maar erger te maken. De beste optie bleek naar de parkeerplaats beneden in de diepte kijken en hopen, nee bidden, dat het snel voorbij zou zijn. Ondertussen had Jeroen naast me de grootste lol. Niet alleen omdat hij de ride te gek vond, maar ook nog eens omdat hij hartelijk moest lachen om mijn lijkwit geprevelde 'ik ben zo bangggg..'. Achteraf bezien kan ik er wel om lachen en doet mijn eigen angst me vreselijk overdreven aan. Wat kan er immers gebeuren in zo'n ride, wat een onzin. Maar evengoed was het de laatste keer dat ik zoiets gedaan heb. Mijn lijf is het namelijk niet vergeten en de weekheid in mijn knieën bij alleen al het zien van de ride zegt me genoeg. Ik blijf stevig met twee voeten op de grond.

Insanity, the ride, bevindt zich bovenop de Stratosphere Tower, foto maart 2012


Zo ziet het eruit wanneer je 300 meter recht naar beneden kijkt vanaf de toren, maart 2008


Dit filmpje werd door iemand op een ander moment gemaakt van de ride

Salmon Fishing in the Yemen


Gebaseerd op het gelijknamige boek lijkt dit in eerste instantie een film met een iets te ver gezochte achtergrond waartegen een iets te simpel verhaal wordt verteld. Aan de ene kant is daar het zeer vergezochte ideaal van een veel te rijke sjeik die houdt van het vissen op zalm en dit naar Jemen wil brengen. Aan de andere kant is daar het vrij afgezaagde liefdesverhaal van een saaie ambtenaar die valt voor een mooie jonge zaakwaarneemster. En toch werkt het. Het werkt vanwege de meesterlijk grappige Kristin Scott Thomas, die een prachtige rol als persvoorlichter van de minister president neerzet. Het werkt vanwege de aandoenlijke manier waarop de licht autistische Alfred Jones, gespeeld door Ewan McGregor, naar het leven kijkt en een andere kant van zichzelf ontdekt. En het werkt omdat er uiteindelijk toch wel iets meer achter blijkt te zitten dan de één en al oppervlakkigheid waar het verhaal op papier naartoe leek te gaan. Geen hele vette boodschap gelukkig, maar wel iets meer diepgang dan ik aanvankelijk vreesde. Een hele fijne film dus, dit Salmon Fishing in the Yemen, waar ik meerdere keren hardop om heb kunnen lachen.

zaterdag 5 mei 2012

Nederland, Colorado


Life is better up here, dat is de slogan waarmee het kleine dorpje Nederland in Colorado zich graag wil profileren. Hoe ironisch als je kijkt naar de naam 'Nederland'. Je zou denken dat ze niet weten wat die naam betekent, maar niets is minder waar. Nederland is gesticht in 1874, nadat het dorpje eerst al enkele andere namen had gehad. De naamgeving houdt verband met de Mining Company Nederland, die het dorpje gebruikte om het zilvererts uit de hoger gelegen Caribou Mine naartoe te brengen en te verwerken. De naam Nederland werd zoals het lijkt dus wel degelijk gekozen als de aanduiding van een lager gelegen plaats, lager is hier alleen heel relatief. Overigens zal de afkomst van de Mining Company Nederland bij de naamgeving zeker ook een rol gespeeld hebben. Eigenlijk vonden we dit dorpje min of meer bij toeval. We zochten naar een mooie bestemming in de buurt van Denver waar we een dagtocht naartoe konden maken en die ons meer zou laten zien van de Rocky Mountains. Het dorpje Nederland voldeed aan al deze voorwaarden en de intrigerende naam overtuigde ons natuurlijk helemaal. Nederland ligt ongeveer 65 kilometer bij Denver vandaan, vanaf Boulder nog ongeveer 22 kilometer. Het is een prachtige route die met name vanaf Boulder behoorlijk steil omhoog gaat. Uiteindelijk bereik je dan een klein, beetje vaag bergdorpje, met amper 1500 inwoners. De grootste attractie van Nederland blijken we op een paar dagen gemist te hebben: de Frozen Dead Guy Days. Dit festijn verwijst naar Bredo Morstoel, die in 1989 overleed en ergens in het dorp in bevroren toestand het moment afwacht dat de wetenschap hem weer tot leven kan wekken. Dat is althans de versie van de website van Nederland. Bij de toeristeninfo werd ons verteld dat de man bevroren was omdat de familie hem niet op een normale manier een begrafenis kon geven. Een vaag verhaal in ieder geval, dat tot een alternatief maf festival heeft geleid dat Nederland enige bekendheid heeft gegeven. Al met al een bijzondere ervaring dit kleine Nederland, hoog verborgen in de Rocky Mountains.

Onderweg naar Nederland kwamen we langs het bevroren Barker Reservoir, maart 2012


De Frozen Dead Guy Days hadden we helaas net gemist, maart 2012


De Town Hall van Nederland, maart 2012



Diamond Dash (2)


Het is alweer twee maanden geleden dat ik mijn eerste stukje over Diamond Dash schreef. Inmiddels zit ik in level 45, heb ik drie magische krachten vrijgespeeld en lijkt het einde van deze (plaatselijke) hype nog niet in zicht. Het wordt echter wel steeds moeilijker om hogere scores te krijgen. Gelukkig is daar natuurlijk het weektoernooi waardoor de teller iedere week weer naar nul gaat, maar een alltime highscore wordt steeds lastiger te bereiken. Ik moet echt en een mega bom en een tijd bonus inzetten wil ik in de buurt kunnen komen. Deze week is daar de optie van de verfbom bijgekomen. Ik reageerde aanvankelijk heel enthousiast op deze nieuwe magische optie. Ik kreeg namelijk meteen vijf verfbommen om het te proberen, waardoor ik vijf spelletjes op rij deze kracht in kon zetten. Dit bleek echter geen standaard te zijn. Sterker nog: voor verfbommen heb je de spaarzame goudstaven nodig, twee om precies te zijn per verfbom. Dit staat helemaal niet in verhouding als je het mij vraagt. Zo'n staaf krijg je maar eens in de zoveel tijd als je een level omhoog gaat. Die zou toch meer waard moeten zijn dan een halve verfbom. Een manier om dit allemaal te omzeilen is door echte pegels er tegenaan te gooien. Ik kan bijna niet geloven dat er werkelijk mensen zijn die dit doen, maar je kunt dus werkelijk digitale muntjes en goudstaven voor het spelletje kopen met je creditcard. Dit is het punt waarop een spelletje echt ophoudt met leuk te zijn als je het mij vraagt. Dat er een verslavend aspect aan zo'n spelletje zit vind ik nog tot daarentoe. Dat is over het algemeen in mijn ogen nog wel onschuldig te noemen, uitzonderingen daargelaten natuurlijk. Maar als je er geld aan kunt verbrassen dan kom je op een hellend vlak als je niet oppast. Maar goed, daar ben je natuurlijk zelf bij. Ik kan me niet voorstellen wat er moet gebeuren om mij zover te brengen dat ik hiervoor naar de portemonnee grijp. Zelfs mijn zeer frustrerende wekelijkse tweede plaats krijgt dat niet voor elkaar.