www.flickr.com

zaterdag 17 mei 2014

Freedom Tower en 9/11 Memorial NYC



Waar vroeger de Twin Towers stonden, en waar we vervolgens jaren naar een bouwput hebben gekeken, daar bevinden zich nu de Freedom Tower en het 9/11 Memorial. Ruim tien jaar na de aanslagen op de Twin Towers begint het gebied eindelijk weer ergens op te lijken. De Freedom Tower is een indrukwekkende toren geworden, zo één waar je je hoofd voor in je nek moet leggen. Hij steekt ruim boven alles in zijn omgeving uit. Ik ben benieuwd of je er als toerist uiteindelijk ook op zal mogen. Het uitzicht zal immers spectaculair zijn. Dat is nu in ieder geval nog niet aan de orde. Al is het gebied nog niet helemaal opgeknapt, een groot gedeelte is nog steeds een bouwput, het 9/11 Memorial terrein is een indrukwekkend gedeelte geworden. De grote vierkante bassins doen recht aan de Twin Towers en aan alle mensen die hier omgekomen zijn. Het was wel weer even een gedoe om er te komen met online reserveren en security, maar uiteindelijk liep het allemaal gesmeerd en hebben we nergens lang hoeven wachten. Afgelopen week is ook het 9/11 Museum geopend, dus dit hebben we in maart nog niet kunnen bezoeken. Op het lijstje dan maar voor een volgende keer. Al zal het in de zomer wellicht (nog) drukker zijn dan het nu was, het 9/11 Memorial is een must-see als je in New York bent. Toegang is overigens gratis, maar er wordt wel een donatie van je verwacht.

De Freedom Tower door de lens van de Fisheye Baby 110, New York, maart 2014



Eén van de twee bassins van het 9/11 Memorial, New York, maart 2014

zaterdag 10 mei 2014

High Line NYC



Van bovengrondse metrolijn, naar hypermodern park: dat is de High Line op de lower west side van New York. Uitgestrekt over 1,6 kilometer loopt dit smalle park van Gansevoort Street naar 30th Street. In korte tijd is het uitgegroeid tot één van de grootste toeristische trekpleisters en niet voor niets. Hoewel aan het laatste gedeelte nog gewerkt wordt, is de High Line sinds 2009 een heerlijk stuk New York waar je kunt wandelen, zitten en over de straten uit kunt kijken. Stad, park en spoorlijn lopen in elkaar over en vormen samen een uniek geheel waarvandaan je een hele andere blik op de stad hebt. Nu moet ik eerlijk zeggen dat wij de High Line op een prachtige dag troffen. Dat droeg zeker bij aan de fijne ervaring. Het was koud, maar de lucht was strakblauw en de zon scheen sterk genoeg om onderweg te kunnen gaan zitten en van het uitzicht te genieten. Daarbij was het niet al te druk. Ik kan me zo voorstellen dat het in de lente/zomer echt file lopen kan zijn. Aan de andere kant is het er dan wel een stuk groener, want voor de begroeiing hoefden we het nu niet te doen.

Uitzicht richting het Empire State Building, New York, maart 2014 (digitaal)



Het wandelpad van de High Line gefotografeerd met de LC-Wide, New York, maart 2014

Kodak Ektachrome E200



Wat is het toch jammer dat er nog maar zo weinig diafilm wordt gemaakt. Fuji film is één van de weinige bedrijven die dit nog doet, al heeft ook dit bedrijf al behoorlijk wat varianten van zijn lijstje geschrapt. De rest is vrees ik slechts een kwestie van tijd. Kodak zat al eerder in zwaar weer en Kodak diafilm wordt dan ook al een behoorlijke tijd niet meer gemaakt. Dit maakt Kodak diafilm nog lastiger te krijgen dan Fuji diafilm en in het slechtste geval ook nog prijziger. Je bent aangewezen op platformen als Ebay, waar soms werkelijk woekerprijzen worden gevraagd voor film waarvan je niet eens weet of deze bijvoorbeeld wel fatsoenlijk gekoeld bewaard is geweest. Waar je ook op moet letten is dat Kodak soorten film heeft gemaakt die in chemicaliën ontwikkeld moeten worden die niet meer gemaakt worden, de zogenaamde Kodachrome varianten. Met deze rolletjes kun je dus echt niet zoveel meer, behalve ze als zwart/wit laten ontwikkelen geloof ik, maar daar koop je natuurlijk geen diafilm voor. Het blijft dus een risico, maar af en toe worden er toch nog steeds betaalbare Kodak diarolletjes aangeboden. Zo kocht ik drie prachtige Kodak Ektachrome E200 rolletjes, op goed geluk via Ebay. En prachtig zijn ze. Ektachrome staat voor blauwer dan blauw en knappe contrasten. Ik kan niet anders dan heel blij zijn met bijna elke foto op het rolletje. Waarbij ik wel een groot verschil zie tussen de foto's die ik nog in Amerika nam, en de foto's die ik vervolgens in Amsterdam nam op hetzelfde rolletje. De Amsterdamse foto's zijn veel groener dan de Amerikaanse, licht speelt hierbij denk ik de belangrijkste rol. Ik ben in ieder geval blij dat ik nog twee van deze rolletjes heb, die zeker samen met de LC-Wide voor spectaculair mooie foto's gaan zorgen.

Blauw, blauwer, blauwst: dit is waar ik zo van houd bij Ektachrome film, vooral als er wel iets van wolken zijn voor het contrast, Washington, maart 2014



Zonder enige twijfel mijn favoriete foto van dit rolletje: de rode deur springt er zo prachtig uit, afgemaakt met de prachtige plukkerige overgang van het wit naar het blauw in de lucht, Washington, maart 2014



Feller licht met minder blauw in de lucht maakt de foto duidelijk groener. Dit zie je terugkomen in de kleuren van dit gebouw, gefotografeerd in de tuinen van het Rijksmuseum, Amsterdam, april 2014



Deze foto van het Museumplein is op een vreemde manier zelfs overbelicht geraakt. Hierdoor lijkt het alsof het Rijksmuseum oplost in de lucht. Ik vind het een bijzonder beeld, maar vraag me wel af wat ik moet doen om dit te voorkomen. Misschien toch maar wat onderbelichten een volgende keer? Liever laat ik het licht, de dag, de omgeving en de film gewoon hun gang gaan. Maar dan zal ik moeten accepteren dat dit het resultaat kan zijn, Amsterdam, april 2014




Tracks


Een reis van 1700 mijl door de Australische outback met enkel vier kamelen en een hond: Robyn Davidson wilde dit en maakte het waar. Een hele onderneming die ik haar niet na zal doen, laat ik dat voorop stellen. Davidson maakte deze reis eind jaren '70 en schreef er enkele jaren later het boek Tracks over. Onlangs is het verhaal verfilmd, wat natuurlijk een herdruk van het boek met zich meebracht en wat het verhaal bij mij onder de aandacht bracht. Mijn eerste reactie was dat het leek op een soort van Eat Pray Love-achtig gegeven. Vrouw uit de stad gaat op reis en op zoek naar zichzelf. Ergens gaat de vergelijking wel op, maar zo veel als we in Eat Pray Love in het innerlijk worden meegenomen van de hoofdpersoon, zo weinig doet Davidson dit. Ze vertelt vrij afstandelijk wat ze wil, wat ze doet en waar ze tegenaanloopt, maar wat haar nu beweegt blijft voor mij gissen. Misschien is het daarom ook wel dat ze mij irriteert met haar reactie op bijvoorbeeld toeristen en andere buitenstaanders. Ze zoekt publiciteit bij National Geographic, schrijft achteraf een boek over over haar reis, maar stoort zich tegelijkertijd aan de aandacht. Voor mij voelt dit alsof ze mij afwijst als lezer, en ik merk dat ik haar in de loop van het boek steeds egoïstischer en arroganter vind worden. Hebben we aan het begin van het boek nog gemeen dat we niets weten van het reizen door de outback, op het einde van het boek sluit ze me buiten als een domme toerist die zich nergens mee moet bemoeien. Wat het nog eens bemoeilijkt om contact met Davidson te krijgen is dat ze in toon en tempo geen onderscheid maakt tussen zakelijke mededelingen en emotioneel geladen onderwerpen. De dood van haar hond lijkt mij tenminste een heel emotionele aangelegenheid, maar is in het boek in amper een pagina een feit. Ik moet eerlijk toegeven dat ik wel erg nieuwsgierig ben naar wat de film gaat doen. Gaat die wel de emotionele verbinding aan met de kijker, of ga ik hier dezelfde afstand ervaren? Ik wil het zeker gaan beleven, met het risico dat ik dezelfde irritatie voel als bij het boek. Hopelijk wordt dit dan verzacht door beelden van het prachtige, prachtige Australië.

American Idol seizoen 13


Seizoen 13 van American Idol loopt alweer op zijn eind. We zijn toe aan de laatste drie, alhoewel voor mij eigenlijk ook al duidelijk is wie de finalisten zullen zijn. Jena Irene en Caleb Johnson zijn zeer aan elkaar gewaagd, terwijl de softere Alex Preston nog steeds wat moeite heeft met het echt contact krijgen met het publiek. Mijn voorspelling is dat dit laatste hem zal opbreken. Het zijn uiteraard weer talentvolle jonge zangers en de top drie lijkt zeker als je naar de laatste tien kijkt een logische en terechte. Toch is het dit jaar een ander seizoen dan 'gebruikelijk'. De jury van deze editie, en dan met name Harry Connick jr, lijkt meer op zoek te zijn naar authentieke artiesten, dan naar de zogenaamde gouden strotjes. Zo kon het dan ook gebeuren dat er bij de laatste tien nog steeds kandidaten waren die af en toe lastig toon konden houden. Maar zo kan het ook gebeuren dat we dit jaar een bijzondere artiest gaan krijgen als winnaar, met een al stevig gevormde eigen stijl. Dit in tegenstelling tot de winnaars die fantastisch konden zingen, maar waarvan de identiteit gevormd werd na de winst. Naar mijn mening werd dit iets te veel door de platenmaatschappij gedaan en iets te weinig vanuit de persoon zelf. Jammer, want als je zo'n vliegende start van je carrière hebt is het daarna lastig bijsturen denk ik. Dan kun je maar beter direct op het spoor zitten waar je zelf wilt zijn. Geen karaoke-show dit jaar dus bij American Idol en ik vind dat genieten. Of het echt grote publiek dat uiteindelijk ook nog vindt is maar afwachten. Het gemiddelde publiek blijft toch klappen en joelen bij een uithaal in een liedje, terwijl dat op den duur toch echt gaat vervelen. Pas als het gepast en oprecht is krijg ik er weer kippenvel van. Zoals in deze prachtige versie van Jena Irene van Can't help falling in love with you, in mijn ogen de grootste kanshebber op de winst:


zondag 4 mei 2014

Agfa Clack



De Agfa Clack is een camera waar ik al langere tijd in geïnteresseerd was. Ik vond de vorm mooi, en zoals bij meer camera's uit de jaren '60 sprak de eenvoud me heel erg aan. Geen ingewikkelde instellingen, draaiknopjes en schuifjes, maar gewoon klik klak en klaar. Ik zou hiermee ook zomaar de herkomst van de naam van de Agfa Clack en zijn broer de Agfa Click verklaard kunnen hebben. Ik denk namelijk niet dat daar een heel veel diepere gedachtes achter zitten. Toen ik er eentje zag op Ebay voor 3 euro (normaal 30-40) kon ik de verleiding niet weerstaan. Het zou dan waarschijnlijk niet het meest gave exemplaar zijn, maar ik zou eindelijk kunnen kijken waar de Agfa Clack toe in staat zou zijn. Het eerste waar ik door verrast werd, was toch nog door het robuuste formaat. Ik kende de voorkant van de camera van de foto's, maar had me niet gerealiseerd dat hij bijna een blokachtige vorm zou hebben. Het tweede wat ik van te voren niet wist, was dat de foto's geschoten worden op 9x6 formaat. Als vergelijking: de meeste 120mm camera's hebben negatieven van 6x6, wat inhoudt dat je twaalf foto's op een rolletje kunt maken. Met het formaat van de Agfa Clack is dat teruggebracht naar slechts negen. Het maken van de foto's is technisch in ieder geval niet lastig (clack en klaar), maar inschatten wat er nou op de foto's komt blijkt dat des te meer. De zoeker is niet heel scherp en het voelt alsof je maar een slag in de ruimte doet. Wat achteraf bezien een uitdaging blijkt is om de foto's scherp te krijgen. Dat is me in een aantal gevallen van het eerste rolletje om de een of andere reden niet gelukt, terwijl ik toch echt wel gewoon stilgestaan heb. Iets om bij volgende filmpjes extra goed op te letten. Maar goed, er zijn gelukkig vooral positieve ervaringen te melden, die de Agfa Clack een waardevolle aanwinst voor mijn verzameling maakt. Oordeel zelf:

De allereerste foto met de Agfa Clack: haarscherp en prachtig van kleur. Wat wel en niet op de foto zou komen voelde als een gok en bleek minder te zijn dan ik hoopte, Zaandam april 2014



Scherp in het midden, iets waziger aan de randen: zo zie ik mijn foto's graag. Wat deze foto van het station in Zaandam voor mij vooral bijzonder maakt zijn de kleuren. Ik heb met een regulier Lomography CN 400 rolletje geschoten en ben erg gelukkig met de roodachtige warme tinten die ik eigenlijk niet in deze mate ken van deze film. Ik schrijf het dan ook graag toe aan de combinatie met de Agfa Clack, Zaandam april 2014



Ook deze foto van de tuinen bij het Rijksmuseum vind ik prachtig van kleur geworden. Ik ben ook helemaal niet ontevreden over hoe hij omgaat met lastige lichtomstandigheden. Het contrast tussen zon en schaduw was hier namelijk vrij groot, iets wat de camera aardig in balans weet te houden, Amsterdam april 2014



De warme kleuren komen op deze foto van het Rijksmuseum wederom mooi tot zijn recht. Jammer dat de foto niet scherp is, terwijl daar eigenlijk geen reden voor lijkt te zijn, Amsterdam april 2014