www.flickr.com

zondag 2 oktober 2011

The Chairs Are Where The People Go


Sommige mensen zijn echt heel leuk om naar te luisteren. Mensen die oog hebben voor kleine dingen in het leven, een originele manier hebben van tegen de wereld aankijken en dit ook nog fijn kunnen verwoorden. Misha Glouberman is zo iemand. Of het nu om geluidsoverlast in de buurt gaat, hoe je het beste het publiek op kunt stellen bij een voorstelling, of over meer wereldse problematieken, Glouberman weet er een originele draai aan te geven die je vanuit een andere hoek naar het onderwerp laat kijken. Zijn goede vriendin Sheila Heti heeft de teksten opgetekend in het 72 hoofdstukjes tellende The Chairs Are Where The People Go. Dat er een schrijver tussenzit ben je echter binnen een paar minuten al vergeten. Het voelt alsof Glouberman rechtstreeks tegen je praat en dat maakt het ook zo'n fijn en toegankelijk boek. In de ondertitel van het boek, 'How to work, live and play in the city', lijkt er een poging gedaan te zijn het boek in een categorie te plaatsen of in een groter verband. Dat heeft dit boek helemaal niet nodig. Het leuke is juist dat het totaal niet te plaatsen is. Ik mag graag luisteren naar Gloubermans verhalen, waar ze ook over gaan, en dat is precies wat Heti voor ogen leek te hebben bij het schrijven van dit boek. Hoe vaak kom je immers iemand tegen die doodserieus cursussen geeft in het spelletje charades? The New Yorker noemt het boek 'conversational philosophy', het herinnert mij er vooral aan hoeveel leuke echt originele mensen er zijn, en hoe leuk het is om naar ze te luisteren.